Informatie

Achtentwintig keer teletekst in tien jaar tijd! Brinkman uit Tuk de naam die ieder jaar weer garant staat voor succes op heigen hok, maar vooral ook bij anderen. Op afstanden die vor veel duiven niet haalbaar zijn, is de Brinkman duif ongenaakbaar. Juist daarom komen veel liefhebbers bij de kampioenen uit Tuk om deze kwaliteiten ook in hun eigen stam vast te leggen. En dat dit werkt staat vast! De referenties die ik van Herman en zoon Rik-Jan kreeg waren verbluffend. Heel weinigen of zelfs geen, beschikken over Nationale en Internationale referenties zoals deze kampioenen.

De duiven die resultaat op resultaat boeken zijn de beste soorten ter wereld. Theelen via Vertelman en van der Wegen via het tophok van Hans Eijerkamp en Zonen. In Zutphen waar de successen van Eijerkamp, zowel zakelijk als sportief groot zijn geworden daar startte eens de droom van een groot kampioen uit Tuk.

In 1978 het jaar dat Herman en zijn vrouw Ria trouwden, was ook het jaar dat hun nieuwe huis werd gemeubileerd. De nationale woongigant van Eijerkamp kon in die behoefte met alle gemak voorzien. Zo kwam Herman aan de aller beste van de lijnen van “De Lamme”, “De barcelona” en “Het Oud Doffertje”.

De vier duiven die Hans aan Herman beloofde zouden worden nagestuurd. De ontgoocheling was echter root ten huize Brinkman toen de langverwachte fondvedettes van van der Wegen in Tuk arriveerden. Dit waren geen duiven, maar spreeuwen. Deze toppers leken meer tobbers en hiermee zou hij geen meter vooruit komen. Herman belde de firma Eijerkamp die zeer ter wille was en een viertal nieuwe duiven beloofde indien Herman de ringetjes even terug zou sturen. Herman die geen duivendoder is liet de kleintjes toch zitten en het mirakel gebeurde: drie van de vier Ponderosa duiven werden superkwekers! Na de rui zagen de vier er trouwens een stuk beter uit en toen begreep Brinkman dat fondduiven vaak laatbloeiers zijn.

De vier duiven werden niet zonder slag of stoot op het kweekhok geplaatst, maar moesten zich via de mand bewijzen. Een voorbeeld is “De Bergerac” die uit een halfzus van de beroemde “Barcelona” kwam en een kleinzoon was van de fenomenale “Lamme” van Janus van der Wegen. “De Lamme” vloog zelf vier keer in de eerste 11 Nationaal, terwijl zijn zoon “De Barcelona” de eerste Nationaal Barcelona won en een 2e Nationaal Dax. Ook de Bergerac was een aparte. Hij vloog een 1e prijs van Heesch (120km) en in de vereniging een 1e Bergerac, 2e Ruffec, 4e Dax en een 9e van St. Vincent. Als vererver was “De Bergerac” misschien nog beter. “De Schoorsteen” een kleindochter van hem vloog de 4e, 5e, 9e en 22e Nationaal op de zware fond en behaalde in de competitie WHZB de tweede beste score ooit.

Op de Olympiade in Dortmund van 1987 vertegenwoordige “De Schoorsteen” Nederland als beste duif in de sportklasse. Haar vader was “De Fijne zwarte” een duif die vader Jan Brinkman lang geleden had aangeschaft. Een fantastische duif met nogal wat Aardenbloed in de aderen via Ko Nipius en een snuifje “Zilvervosje” van Bakker Meesters. Deze doffer werd een van de belangrijkste peilers op het hok van Brinkman. De NL79-237141 is vader van “Het Super 942” en de “Oporto”. De “Oporto” was tweede olympiadeduif in Oporto en gaf een zoon de NL83-1663317 die o.a.  de 13e en 31e Nationaal St. Vincent won en daarna superkweker werd bij Alex Rans te Herent in Belgie. Een zoon van deze “317” vloog bij Alex Rans de eerste internationaal Bordeaux.

“Sjoekie Sjoekie” een kleinzoon van “De Fijne Zwarte” vloog 15 overnachtprijzen, waarvan negen maal in de eerste honderd Nationaal. In 1990 bezocht Herman de succesvolle combinatie Vertelman en Zn. en kocht daar 12 jonge duiven. Een van de zonen van de beroemde “50” van deze Hoogkarspelse kampioenen zorgde in het verre Tuk voor een geweldig vervolg van deze successtory. “Brinkieboy” (1e Nationaal NPO Limoges, 6e Nationaal Creche, 20e Nationaal Bergerac etc) en de “Rode Barcelona” (2e duif op Barcelona in het Noorden) waren kleinkinderen van “De 50”.

De inbreng van de Vertelmanduiven bleek een meesterzet. Zo ontstond de basis Brinkman. Een hok duiven die wat omvang betreft niet bepaald groot mag worden genoemd. 10 bewezen kweekkoppels, 12 nestduivinnen, 18 oude weduwnaars en 30 jaarling weduwnaars zorgen voor al die eerste prijzen en kampioenschappen.

De vader van Herman is Jan Brinkman die niet alleen de leermeester is van Herman, maar nog steeds de belangrijkste steun en toeverlaat is in zijn prachtige hobby. De kunsten van zijn vader Herman overgenomen en hiervoor is hij hem uitermate dankbaar. Juist daarom is een plaats tussen de wereldkampioenen in het boek “The Art of a Champion” juist ook een ode aan Jan Brinkman. Samen spreken ze veel over de duiven en zijn de loop der jaren een hoop wijzer geworden.

Eenvoud is de gedachte van vader en zoon. Geen poespas, zoals veel medicijnen en vitamines. Neen, indien het niet noodzakelijk is laten we de duiven zoveel mogelijk met rust. We geloven wel dat veel liefhebbers te zwaar voeren. Wij geven ze liever gerst zodat het aanvetten wordt vermeden. Duiven kunnen trouwens na een periode van schaarste zeer snel een reserve aanleggen. Verder houden we alles bij. Dat wil zeggen minstens iedere week houd ik een soort dagboek bij. Observatie is alles bij de duiven. Spijtig genoeg zijn we met z’n allen zo kort van memorie. Ik behelp mij door alles te noteren; stand van de pennen, donsrui, formegedrag, eventuele kuren met dosis en lengte enzovoorts. Ik heb hierdoor ontzettend veel geleerd!

Geleerd met het doel om te scoren, en dat doet Herman al 25 jaar. Niet alleen zijn vader is voor Herman echter een grote steun ook zijn zoon Rik-Jan heeft hem de laatste jaren fantastisch geholpen. Hij stak op zijn eigen hokje ook nog zijn vader naar de kroon, door 4e en 6e Nat. Fondspiegel totaalklassement over de jaren 1998-2000 en 1999-2001 te worden. Helaas is deze steun nu ten einde, daar Rik-Jan dit jaar 6 maanden naar Bolivia is geweest en m.i.v. sept 2003 in Maastricht aan de universiteit is gaan studeren.

Buiten de olympiadeduiven was Brinkman 8e wereldkampioen van de Versele-Laga in 1993. In 1996 werden ze derde van de wereld. In 1994, 1995, 1996 en 1998 werden ze eerste van de Nationale Fondspiegel in verschillende categorieen. Tussen 1994 en 1997 was Brinkman de nummer een volgens de Nationale Fondspiegel op de zware fond van Nederland! Zesenzeventig maal vlogen de geweldenaren ut Tuk in de eerste 30 Nationaal.

Ook in 2003 had Herman weer een superduif. Een dochter van “Brinkie Boy” x “Zuster Tukse Lady” namelijk de NL01-4218758 vloog op NPO Ruffec de 67e 1.847d, St. Vincent de 146e Nationaal 1.169d, en op Bergerac de 36e Nationaal 2.989 duiven. Deze 2-jarige duivin is de asduif grote fond 2003 van de Friese fondclub geworden. Ook velen vlogen de sterren van de hemel met de Brinkmanduif. De 1e Internationale Bordeaux in 1995 door Alex Rans te Herent (Belgie), 1e Nationaal en 2e Internationaal Bordeaux 1999 Jan en Hanne Sas uit Vosselaar (Belgie); 1e Nationaal Bergerac 1998, Bennie Homma uit Balk, 1e Nationaal Bergerac 1994, A. Kors Steenwijkerwold, 1e Nationaal Brive 1997, Combinatie Wagteveld Heerenveen, 1e Nationaal Bergerac 1997, A. Wassens Hoonhorst, 1e Nationaal St. Vincent 2003 Albert Vos Nieuw Dordrecht, 1e Nationaal Perpignan, Ben an de Munckhof via Frans van de Wal Bakel, 1e Nationaal Perpignan 2003, W. de Schepper via Alex Rans Herent, 2e Nationaal Perpignan 2003 Luc v.d. Gucht Hulst, 2e Internationaal Barcelona, J. Korver Graft, 3e Nationaal Barcelona 2003, Marcel Michiels Messelbroek enz.. De “Kleine” en de “Zwarte” Brinkmannen van Beullens en Zn. uit Heverlee (Belgie) vlogen de 9e, 27e, 74e en 111e Nationaal Barcelona.

Referenties zijn er te over van de ijzersterke duiven van Herman Brinkman uit Tuk. De man met de verre afstand duiven die zijn kweekwaarde baseerde op de gedachte “Goede komen uit de goede, zo simpel ligt dat”.

Translate »